Omgevingswet
Bepaalde dier- en plantensoorten zijn beschermd. In
Nederland, maar ook wereldwijd. Deze soorten worden met
uitsterven bedreigd omdat hun leefgebied wordt aangetast doordat
grond wordt gebruikt voor bebouwing, landbouw of wegen. Dit gaat
vaak samen met ontbossing. Ook vissen worden bedreigd door
vervuiling of overbevissing.
Voor wie
De Omgevingswet geldt voor
iedereen in Nederland. Wie jaagt heeft met de wet te
maken. Maar ook wie beschermde dieren opvangt of bij beheer
en schadebestrijding. Wat wel en niet mag is vastgelegd in deze wet. De
onderwerpen gaan over:
- Soortenbescherming
- Biologische bestrijders
- Opvang van beschermde dieren
- Overlast en schade door beschermde
dieren
- Jagen
- Prepareren
Op deze website beperken we ons tot het onderwerp Jagen.
Jagen
De wilde eend, haas, fazant, houtduif, konijn en patrijs
zijn aangewezen als wild. Op deze dieren mag gejaagd worden (met
uitzondering van patrijs) in een
vastgestelde periode.
Wildsoort
|
Begin jacht: |
Tot en met: |
|
Wilde eend |
15 augustus |
31 januari |
Haas |
15 oktober |
31 december |
Fazantenhen |
15 oktober |
31 december |
Fazantenhaan |
15 oktober |
31 januari |
Houtduif |
15 oktober |
31 januari |
Konijn |
15 augustus |
31 januari |
Patrijs |
jacht is niet geopend |
|
Jagen buiten deze vastgestelde periode of op andere soorten, mag
alleen als hiervoor een ontheffing is afgegeven voor beheer en
schadebestrijding.
Reeën
In de wet is bepaald dat beheren nodig is voor de bescherming
van de reeën zelf en dat reeën zo min mogelijk ongelukken
veroorzaken; de verkeersveiligheid.
Voor de bescherming van de reeën zelf
is het noodzakelijk dat de drie primaire levensbehoeften voor de
instandhouding van de reeën voldoende en in balans aanwezig
zijn. Is dat niet het geval zal er onvoldoende eten, onvoldoende
rust en onvoldoende rustplaatsen zijn. De reeën zullen hierdoor
gestrest raken door verstoring van de sociale structuur, andere
en slechtere gebieden moeten opzoeken wat deze dieren in een
slechtere conditie brengt, zodoende zwak worden en ziekten meer
kans krijgen waarbij uiteindelijk er veel reeën zullen sterven.
Voor de overgebleven reeën heeft dit tot gevolg dat de
leeftijdsopbouw is verstoord etc. De cyclus blijft negatief
ten koste van het ree.
Een andere factor om het aantal reeën
te beheren is de verkeersveiligheid. Er gebeuren veel ongelukken
als de jonge reeën wegtrekken om hun eigen plekje te zoeken,
tijdens de paartijd wanneer de reeën maar met één ding bezig zijn en hun
omgeving vergeten en als reeën zich verplaatsen van hun
verblijfplaats naar weiden en akkers om hun voedsel te zoeken.
Daarnaast kan de schade aan land-,
bos- en tuinbouw een reden zijn voor beheer.
|